APPENDIX
155
Programmeerstand gebruiken
De stand waarin u de instellingen van de machine kunt wijzigen.
Puls
Een methode die wordt gebruikt voor het kiezen van fax-/telefoonnummers.
Regelmaat van journaal
Met deze functie kunt u aangeven hoe vaak het journaal automatisch
wordt afgedrukt. U kunt het journaal zonder deze instelling op te heffen desgewenst ook op elk
ander tijdstip afdrukken.
Resolutie
Het aantal horizontale en verticale lijnen per inch.
Resterende opdrachten
U kunt precies controleren welke opdrachten nog in het geheugen staan en
deze opdrachten desgewenst afzonderlijk annuleren.
Scannen
Dit betekent dat een elektronisch beeld van een origineel document in uw computer wordt
ingelezen.
Snelkieslijst
Een lijst van nummers en namen die onder de directkiestoetsen en de snelkiestoetsen
zijn opgeslagen (ze staan op numerieke volgorde in de lijst).
Snelkiezen
Nummers worden voorgeprogrammeerd en onder een snelkiestoets opgeslagen zodat u
ze snel kunt oproepen. Druk op de toets
Zoeken/Snelkiezen
en
#
, voer vervolgens een
tweecijferige code in om de oproep te starten.
Standaardresolutie
Dit is een resolutie van 203 x 98 dpi, die wordt gebruikt voor normale tekst.
Het is de snelste methode voor faxtransmissies.
Stations-ID
De opgeslagen informatie die boven aan de gefaxte paginaās wordt afgedrukt, zoals
naam en faxnummer van afzender.
Superfijne resolute
Dit is een resolutie van 392 x 203 dpi en wordt gebruikt voor documenten met
zeer kleine lettertjes en lijntekeningen.
Telefoonindex
U kunt zoeken naar namen die zijn opgeslagen in het geheugen voor
directkiesnummers (FAX-8070P) en het geheugen voor snelkiesnummers.
Tijdelijke instelling
Voor elke faxtransmissie kunnen bepaalde instellingen worden gemaakt die
alleen voor die transmissie gelden, en die geen invloed hebben op de standaardinstellingen.
Tijdklok
Met deze timerfunctie kunt u een faxbericht op een bepaald tijdstip laten verzenden, zoals
bij Uitgesteld Verzenden of Uitgesteld Pollen.
Toegang op afstand
Via een toetstelefoon op een andere locatie toegang krijgen tot de machine.
Tonerbespaarstand
Een proces waarmee minder toner wordt gebruikt, zodat uw tonercartridge
langer meegaat. Het document wordt hierdoor wel lichter.
Tonercartridge
Een verbruiksartikel dat de inkt (ofwel toner) voor de drumkit van Brother-
laserprinters bevat.
Toon
Een kiesmethode die door toetstelefoons wordt gebruikt.
Transmissie
Het vanaf uw machine over de telefoonlijn verzenden van documenten naar een
andere faxmachine.
Tweede toestel
Een telefoontoestel met hetzelfde telefoonnummer als deze machine, maar dat op
een afzonderlijk contact is aangesloten.
Tweevoudige werking
De machine kan uitgaande faxen of taken in het geheugen scannen terwijl
ze een fax verzendt of een binnenkomende fax afdrukt.
Uitgestelde transmissie
Met deze functie kunt u een faxbericht op een later tijdstip verzenden (max
24 uur later).